Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in- en in·zwar·te
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

in- en inzwarte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van in- en inzwart
    • Ze raakte zelfs gewend aan de nachtelijke geluiden en die in- en inzwarte duisternis. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen