Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in- en in·net·te
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

in- en innette

  1. verbogen vorm van de stellende trap van in- en innet
    • Of het echt zoden aan de dijk heeft gezet of dat Amsterdammers over het algemeen in- en innette mensen zijn, dat weet ik niet. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen