improviserenderwijs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • im·pro·vi·se·ren·der·wijs
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

improviserenderwijs

  1. terwijl geïmproviseerd wordt
    • Het muziekstuk kwam improviserenderwijs tot stand. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid