Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ig·no·reert

Werkwoord

vervoeging van
ignoreren

ignoreert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ignoreren
    • Jij ignoreert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ignoreren
    • Hij ignoreert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ignoreren
    • Ignoreert! 

Gangbaarheid