hypofyse
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hypofyse (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhipoˈfizə / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌhipoˈfizə/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌhipoˈfizə/
Woordafbreking
- hy·po·fy·se
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hersenaanhangsel’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1]
- afgeleid uit het Grieks 'phusis' (natuurlijke groei) met het voorvoegsel hypo- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hypofyse | hypofysen hypofyses |
verkleinwoord | hypofysetje | hypofysetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (anatomie) een klier aan de onderzijde van de hersenen, die o.a. groeihormoon produceert en de schildklier aanstuurt
- Bij het proefwerk moesten de leerlingen alle kenmerken van de hypofyse leren.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een klier aan de onderzijde van de hersenen, die o.a. groeihormoon produceert en de schildklier aanstuurt
Gangbaarheid
- Het woord hypofyse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hypofyse" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "hypofyse" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ hypofyse op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Deens
Zelfstandig naamwoord
hypofyse
Verwijzingen
- hypofyse in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
Noors
Zelfstandig naamwoord
hypofyse