huurfiets
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: huurfiets (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhyrfits / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈhyːr.fits/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈhyːr.fits/
Woordafbreking
- huur·fiets
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huur ww en fiets
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huurfiets | huurfietsen |
verkleinwoord | huurfietsje | huurfietsjes |
Zelfstandig naamwoord
- een fiets die is uitgehuurd of bedoeld is om uit te huren
- Bij het fietsverhuurbedrijf om de hoek kan je wel een huurfiets krijgen.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een fiets die is uitgehuurd of bedoeld is om uit te huren
Gangbaarheid
- Het woord huurfiets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "huurfiets" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be