Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • huur·den in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inhuren

huurden (…) in

  1. meervoud verleden tijd van inhuren
    • Wij huurden in. 
    • Jullie huurden in. 
    • Zij huurden in. 

Gangbaarheid