Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • hus·flue
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   husflue     m: husfluen
v: husflua  
  husfluer     husfluene  
genitief   husflues     m: husfluens
v: husflus  
  husfluers     husfluenes  

Zelfstandig naamwoord

husflue m / v

  1. (tweevleugeligen) huisvlieg, kamervlieg
Schrijfwijzen
Hyperoniemen
Hyponiemen