Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Hummer


Nederlands

 
1. Europese zoutwaterkreeft Homarus gammarus  
Uitspraak
Woordafbreking
  • hum·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hummer hummers
verkleinwoord hummertje hummertjes

Zelfstandig naamwoord

de hummerm

  1. (kreeftachtigen) in Europese zeeën levende kreeft Homarus gammarus  
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen
   1. zie: hommer   

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Deens

Zelfstandig naamwoord

hummer g

  1. (kreeftachtigen) kreeft

Verwijzingen


Zweeds

Zelfstandig naamwoord

hummer g

  1. (kreeftachtigen) kreeft