Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hulp·werk·woord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hulpwerkwoord hulpwerkwoorden
verkleinwoord hulpwerkwoordje hulpwerkwoordjes

Zelfstandig naamwoord

het hulpwerkwoordo

  1. (taalkunde) een werkwoord dat samen met een ander werkwoord de tijd of de hoedanigheid van het werkwoord vaststelt
    • Er zijn verschillende soorten hulpwerkwoorden, bijvoorbeeld "hebben" en "zijn" voor de voltooide tijden of "worden" voor de lijdende vorm. 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be