Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hulp·in·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hulpinstelling hulpinstellingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hulpinstellingv

  1. hulpverlenende organisatie
     "Mijn vader kijkt nu heel anders naar de relatie met zijn vader. Mijn opa was echt een teruggetrokken man. Nu beziet hij dat in een ander licht. Wat zijn vader gezien heeft, dat doet iets met je en het was niet de tijd dat je erover kon praten met een hulpinstelling. Hij heeft dat altijd alleen moeten oplossen."[1]
     Volgens justitie is het kind door verstikking om het leven gebracht. Het andere kind (5) was ernstig ondervoed en is opgenomen in een hulpinstelling.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Piet Kuijt markeerde stiekem verzetsgraven, vandaag wordt hij geëerd” (Vrijdag 30 april 2021, 10:03), NOS
  2.   Weblink bron “17 jaar cel voor doden zoontje” (Dinsdag 3 juni 2014, 13:56), NOS