houtskoolvel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- houts·kool·vel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van houtskool zn en vel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | houtskoolvel | houtskoolvellen |
verkleinwoord | houtskoolvelletje | houtskoolvelletjes |
Zelfstandig naamwoord
het houtskoolvel o
- een dun plakje houtskool dat men gebruikt om een vuur aan te maken
- ▸ Naast de schouw vond ik een vuursteen en een voorraadje houtskoolvelletjes, en al snel brandde het vuur.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'houtskoolvel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477