houtboorders
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- hout·boor·ders
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hout zn en boorders zn
- houtboorder zn met de uitgang -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | houtboorders | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de houtboorders mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord houtboorder
- meervoudsvorm als officiële benaming (vlinders) Cossidae een familie van vlinders in de superfamilie Cossoidea. De meeste houtboorders zijn grote nachtactieve vlinders. Overdag zitten ze op een grashalm of stam. Ze leggen hun eieren tussen twijgen
Hyperoniemen
- [2] vlinders, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord houtboorders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.