• hou·ris
  1. houris
  2. verouderde spelling of vorm van hoeri's tot 1955
    • Indien zyne Majesteit een Musulman geweest ware, ik zou gedagt hebben, dat hy daar door de Houris wilde verbeelden, in wier armen hy welhaast van zyne vermoeienissen dagt uit te rusten, en de zorgen, aan 't Ryksbestuur vast, te vergeeten: doch hy stierf een goed Lutheraan. [1]