Nederlands

Uitspraak

IPA: /ˈhɑudɪŋ/

Woordafbreking
  • hou·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord houding houdingen
verkleinwoord houdinkje houdinkjes

Zelfstandig naamwoord

de houdingv

  1. een pose; manier van doen
    • Zijn dikke hoofd is als het ware in de modder vastgezogen en zijn ledematen liggen alle kanten op. Vlak naast hem ziet Albert de ander liggen, Louis Thérieux. Ook hij zit voor een deel onder de modder, maar hij heeft zich opgerold en lijkt zo een beetje op een foetus. Het is aangrijpend dat hij zo jong en dan in die houding moest sterven... [3] 
     Deze ‘Pogue Mahone’ (‘kiss my arse’ in Gaelic) leek sprekend op de ‘The Dude’ uit de film ‘The Big Lebowski’ met zijn relaxte houding en opvallende charisma.[4]
  2. gedragslijn, opstelling
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen