horige
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ho·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | horige | horigen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (geschiedenis) (leenstelsel) halfvrije dienstman van een middeleeuws heer
Vertalingen
Bijvoeglijk naamwoord
horige
- verbogen vorm van de stellende trap van horig
Gangbaarheid
- Het woord horige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "horige" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be