hoogkoor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hoog·koor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoog en koor zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoogkoor | hoogkoren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (religie) In het hoogkoor staat het hoogaltaar, het belangrijkste altaar in een kerk
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord hoogkoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.