honderdzeventigjarige

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·ze·ven·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

honderdzeventigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdzeventigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdzeventigjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdzeventigjarige honderdzeventigjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de honderdzeventigjarigev / m

  1. levend wezen dat 170 jaar oud is of iets dat 170 jaar bestaat
    • De honderdzeventigjarige is voor een schildpad nog heel actief. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid