honderdvijfenvijftig

Nederlands

0	1	5	5

honderdvijfenvijftig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  honderdvijfenvijftig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌhɔndərtˈfɛifənˌfɛiftəx / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• hon·derd·vijf·en·vijf·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  honderd ht  en  vijfenvijftig ht 

Hoofdtelwoord

honderdvijfenvijftig

1. "155", het getal tussen honderdvierenvijftig en honderdzesenvijftig, honderd plus vijfenvijftig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De totale kosten bedragen honderdvijfenvijftig euro en zevenendertig cent. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdvijfenvijftig van het grootste hotel. 

Schrijfwijzen

• 155 (decimaal)
• 10011011 (binair)
• 9B (hexadecimaal)
• CLV (Romeins)

Synoniemen

• eenhonderdvijfenvijftig
• honderdenvijfenvijftig
• eenhonderdenvijfenvijftig

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• honderdvijfenvijftigste

hooftelwoorden samengesteld met "honderdvijfenvijftig" ht als linkerdeel

• honderdvijfenvijftigduizend

Vertalingen

    1. het getal 155   

Atjehs: sireutôih limöng plôih limöng Duits: einhundertfünfundfünfzig (de) Engels: one hundred fifty-five (VS), one hundred and fifty-five (VK) Frans: cent-cinquante-cinq (fr)

Italiaans: centocinquantacinque (it) Portugees: cem cinquenta e cinco Russisch: сто пятьдесят пять Spaans: ciento cincuenta y cinco

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	honderdvijfenvijftig	honderdvijfenvijftigs
verkleinwoord	honderdvijfenvijftigje	honderdvijfenvijftigjes

Zelfstandig naamwoord

de honderdvijfenvijftig v / m

1. dat wat in een (rang)ordening met 155 is aangeduid

   • Als jij honderdvijfenvijftig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

honderdvijfenvijftig mv

1. groep van 155 eenheden

   • Die honderdvijfenvijftig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

• Het woord 'honderdvijfenvijftig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.