honderdnegenendertig
Nederlands
0 | 1 | 3 | 9 |
honderdnegenendertig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: honderdnegenendertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərtˈneɣənənˌdɛrtəx / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- hon·derd·ne·gen·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van honderd ht en negenendertig ht
Hoofdtelwoord
honderdnegenendertig
- "139", het getal tussen honderdachtendertig en honderdveertig, honderd plus negenendertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen honderdnegenendertig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdnegenendertig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "honderdnegenendertig" ht als linkerdeel
Vertalingen
1. het getal 139
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | honderdnegenendertig | honderdnegenendertigs |
verkleinwoord | honderdnegenendertigje | honderdnegenendertigjes |
Zelfstandig naamwoord
- dat wat in een (rang)ordening met 139 is aangeduid
- Als jij honderdnegenendertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
honderdnegenendertig mv
- groep van 139 eenheden
- Die honderdnegenendertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
Gangbaarheid
- Het woord 'honderdnegenendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.