honderdentweeënnegentig
Nederlands
0 | 1 | 9 | 2 |
honderdentweeënnegentig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: honderdentweeënnegentig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərtɛnˈtwejəˌneɣə(n)təx / (8 lettergrepen)
Woordafbreking
- hon·derd·en·tweeën·ne·gen·tig, hon·derd·en·twee·en·ne·gen·tig
Woordherkomst en -opbouw
Hoofdtelwoord
honderdentweeënnegentig
- "192", langere vorm van honderdtweeënnegentig, honderd plus tweeënnegentig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft honderdentweeënnegentig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdentweeënnegentig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdtweeënnegentig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "honderdentweeënnegentig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "honderdentweeënnegentig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'honderdentweeënnegentig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)