Nederlands

 
hondenvlees
Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·den·vlees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hondenvlees
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het hondenvleeso

  1. (voeding) vlees van honden dat door mensen genuttigd wordt
     'Wees een stem voor mensen die geen stem hebben', roept actrice Kim Basinger tijdens een demonstratie tegen hondenvlees in Zuid-Korea. Daar denken hondenfokkers echter anders over.[2]
     In Brazilië zijn tientallen mensen opgepakt op verdenking van banden met een internationaal gezelschap dat hondengevechten organiseert. Ze waren bij een hondengevecht waarbij ook gegrild hondenvlees werd geserveerd. De Braziliaanse autoriteiten spreken van "een macaber ritueel".[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Kim Basinger protesteert tegen hondenvlees in Zuid-Korea” (12 juli 2019, 12:55), NOS
  3.   Weblink bron “Tientallen arrestaties voor organisatie hondengevechten in Sao Paulo” (17 december 2019, 05:26), NOS