Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hol·maat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord holmaat holmaten
verkleinwoord holmaatje holmaatjes

Zelfstandig naamwoord

de holmaatm

  1. (lhbt) man met een seksuele voorkeur voor andere mannen
     ‘De zuster zal wat voor u halen. U kunt nu een kwartiertje met uw vriendje babbelen.’ Dat ‘vriendje’ en ‘babbelen’ ergerde mij. Luid riep ik: ‘Sier, lekkere holmaat van me, kom je even lullen!’ De dokter fronste zijn wenkbrauwen en verliet met de zuster de kamer. Sirius kuste mij. ‘Je smaakt naar ziekenhuis,’ klaagde hij en schoof een stoel naar mijn bed. ‘Ben je goed uitgerust?’[2]
  2. iemand waarmee je als student of soldaat een kamer deelt, ook wel gebruikt voor een vriend waarmee je in je tijd als student of soldaat altijd optrekt
     Bavaria heeft daartoe een zoeksysteem laten programmeren waarmee je op lichting, legerplaats en onderdeel kunt zoeken naar je ouwe holmaat.[3]
  3. (verouderd) elk vat of beker uit een reeks daarvan met een steeds grotere, precies vastgestelde inhoud; bestemd om een gekozen hoeveelheid zo nodig door gecombineerd of herhaald gebruikt af te passen
      Dit verlies zou nog betrekkelijk grooter worden als de verkooper nog kleinere holmaten, bv. van 1/100 HL. gebruikte.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. 1,0 1,1 holmaat op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Links!.”, 2de druk (1986), De Arbeiderspers, Amsterdam, ISBN 902950854X, p. 73
  3.   Weblink bron
    Lei Coopmans
    “Op internet op zoek naar oude holmaten”, jrg. 137 (31 mei 1997), p. 81 kol. 5
  4.   Weblink bron
    F.E.
    Ingezonden Stukken. : Maat of gewicht? (10 november 1898) in: Het Vaderland  , jrg. 30 nr. 267 (12 november 1898), M. Nijhoff, 's-Gravenhage, p. 3 kol. 6