hokkeling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hok·ke·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hokkeling | hokkelingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de hokkeling m
- (veeteelt) éénjarig kalf dat in een hok staat en nog niet in de koeienstal
Vertalingen
1. eenjarig kalf dat in een hok staat en nog niet in de koeienstal
Gangbaarheid
- Het woord hokkeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hokkeling" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen.[4] |