Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoe·veel·ste
Woordherkomst en -opbouw

Onbepaald rangtelwoord

hoeveelste

  1. (afvragend) welke plaats in een reeks innemend
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.3.1 Vorming van rangtelwoorden.” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be