Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoek·ta·fel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoektafel hoektafels
verkleinwoord hoektafeltje hoektafeltjes

Zelfstandig naamwoord

de hoektafelv / m

  1. (meubel) een tafel die in een hoek staat meestal naast een bankstel
    • In onze zithoek hebben we tussen de driezits- en de tweezitsbank hebben we een hoektafeltje staan. 

Gangbaarheid