hoefijzerbogen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoefijzerbogen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhufɛizərˌboɣə(n) / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- hoef·ij·zer·bo·gen
Woordherkomst en -opbouw
- hoefijzerboog met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de hoefijzerbogen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord hoefijzerboog
- ▸ De rond 1910 voor de coöperatieve stoomzuivelfabriek opgetrokken arbeiderswoningen Westenesscherstraat 9-10 hebben hoefijzerbogen op de verdieping.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'hoefijzerbogen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Ronald Stenvert e.a.“Monumenten in Nederland. Drenthe.” (2001), Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist / Waanders Uitgevers, Zwolle, ISBN 9040094543, p. 114