Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hijs·touw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hijstouw hijstouwen
verkleinwoord hijstouwtje hijstouwtjes

Zelfstandig naamwoord

het hijstouwo

  1. een touw dat wordt gebruikt om voorwerpen mee op te hijsen
    • Het hijstouw was niet sterk genoeg en brak. 
Vertalingen

Gangbaarheid