Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hier·tus·sen·uit
Woordherkomst en -opbouw
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     tussenuit  
 persoonlijk     ertussenuit  
aanwijz.   nabij     hiertussenuit  
  veraf     daartussenuit  
  vragend/betrekk.     waartussenuit  

Voornaamwoordelijk bijwoord

(scheidbaar)
hiertussenuit

  1. nabij: tussen+dit+uit, tussen+deze+uit:
    • De olie droop hiertussenuit. 
    • Hier liep olie tussenuit. 

Gangbaarheid