Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hier·om
Woordherkomst en -opbouw
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     om  
 persoonlijk     erom  
aanwijz.   nabij     hierom  
  veraf     daarom  
  vragend/betrekk.     waarom  

Voornaamwoordelijk bijwoord

(scheidbaar)
hierom

  1. aanwijzend (dichtbij) om+dit, om+deze: met deze reden
    • Het regende hard en hierom deed ik het raam dicht. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen