Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hiel·den dicht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
dichthouden

hielden (...) dicht

  1. meervoud verleden tijd van dichthouden
    • Wij hielden dicht. 
    • Jullie hielden dicht. 
    • Zij hielden dicht. 

Gangbaarheid