herzegden
- her·zeg·den
vervoeging van |
---|
herzeggen |
herzegden
- meervoud verleden tijd van herzeggen
- Wij herzegden.
- Jullie herzegden.
- Zij herzegden.
- Wij herzegden.
- Het woord 'herzegden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
vervoeging van |
---|
herzeggen |
herzegden