herstelt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- her·stelt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
herstellen |
herstelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herstellen
- Jij herstelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herstellen
- Hij herstelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herstellen
- Herstelt!