herstellt
Duits
Uitspraak
- IPA: / ˈheːɐ̯ˌʃtɛlt /
Woordafbreking
- her·stellt
Werkwoord
herstellt
- (bijzin) derde persoon enkelvoud aantonende wijs tegenwoordige tijd van herstellen
- (bijzin) tweede persoon meervoud aantonende wijs tegenwoordige tijd van herstellen