Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·scho·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord herscholing herscholingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de herscholingv

  1. (onderwijs) het weer scholen na een al doorlopen scholing
Verwante begrippen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be