Deens

Woordafbreking
  • her·rer
Naar frequentie 502

Zelfstandig naamwoord

herrer, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van herre


Noors

Woordafbreking
  • her·rer
Naar frequentie 570

Zelfstandig naamwoord

herrer, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van herr

Zelfstandig naamwoord

herrer, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van herre