Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·op·star·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

heropstarten

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
heropstarten

heropgestart
zwak -t volledig
  1. opnieuw ergens mee beginnen
     Twee weken geleden kwam het groene licht voor het heropstarten van Tihange 2, een van de drie kerncentrales aan de Maas bij de stad Hoei, tussen Luik en Namen.[1]
     Het plan ligt er dus, maar Granelli moet wat gesprekken voeren voordat hij daadwerkelijk kan beginnen. Want ondernemers zullen in eerste instantie willen nadenken over het heropstarten en redden van hun bedrijf.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Belgische kernreactor Tihange 2 na reparaties aan beton weer in werking” (23-06-2019), NOS
  2.   Weblink bron
    Mustafa Marghadi
    “Milaan grijpt coronacrisis aan om van autoparadijs een fietsstad te maken” (23-04-2020), NOS