Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • herfst·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord herfstvlieg herfstvliegen
verkleinwoord herfstvliegje herfstvliegjes

Zelfstandig naamwoord

de herfstvliegv / m

  1. (tweevleugeligen) Musca autumnalis   een vliegensoort uit de familie van de echte vliegen (Muscidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1776 door De Geer
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie