Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·for·mu·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herformuleren
herformuleerde
geherformuleerd
zwak -d volledig

Werkwoord

herformuleren

  1. overgankelijk iets op een nieuwe wijze in woorden uitdrukken
    • Hij heeft die uitspraak in wat mildere termen geherformuleerd. 
Vertalingen

Gangbaarheid