herbezagen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: herbezagen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- her·be·za·gen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
herbezien |
herbezagen
- meervoud verleden tijd van herbezien
- Wij herbezagen.
- Jullie herbezagen.
- Zij herbezagen.
- Wij herbezagen.
Gangbaarheid
- Het woord herbezagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.