Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·be·noem·den

Werkwoord

vervoeging van
herbenoemen

herbenoemden

  1. meervoud verleden tijd van herbenoemen
    • Wij herbenoemden. 
    • Jullie herbenoemden. 
    • Zij herbenoemden. 

Gangbaarheid