Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·as·fal·teert

Werkwoord

vervoeging van
herasfalteren

herasfalteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herasfalteren
    • Jij herasfalteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herasfalteren
    • Hij herasfalteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herasfalteren
    • Herasfalteert! 

Gangbaarheid