hemelbewoner
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- he·mel·be·wo·ner
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hemel en bewoner
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hemelbewoner | hemelbewoners |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de hemelbewoner m
- bewoner van de hemel waarbij dan minder wordt gedacht aan aliens maar eerder aan engelen o.i.d.
Gangbaarheid
- Het woord hemelbewoner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.