Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hek·sen·na·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heksennagel heksennagels
verkleinwoord heksennageltje heksennageltjes

Zelfstandig naamwoord

de heksennagelm

  1. een lange puntige nagel
    • Door zoutjes op de toppen van hun vingers te plaatsen kregen de kinderen heksennagels. 

Gangbaarheid