Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hek·sen·krans
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heksenkrans heksenkransen
verkleinwoord heksenkransje heksenkransjes

Zelfstandig naamwoord

de heksenkransm

  1. (plantkunde) wolfsklauw (Lycopodium  )
  2. naam voor zekere, welig begroeide, kringvormige plekken in de weiden

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen