Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • heg·gen

Zelfstandig naamwoord

de heggenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord heg
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord hegge

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be