Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • he·do·nis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘leer dat genot het hoogste goed is’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • Afgeleid van het Griekse ἡδονή (hēdonē; "genot, lust") met het achtervoegsel -isme. [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord hedonisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het hedonismeo

  1. een filosofische leer die stelt dat (zinnelijk) genot het richtsnoer van het menselijk handelen hoort te zijn en het hoogste goed is
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen