hechal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- he·chal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hechal | hechalot |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) tempel
- (Jiddisch-Hebreeuws) ark (kast in de synagoge met de Torarollen)
Verwante begrippen
- Asjkenazisch Hebreeuws: heichol
Gangbaarheid
- Het woord 'hechal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.