Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ha·ze·laar·braam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hazelaarbraam hazelaarbramen
verkleinwoord hazelaarbraampje hazelaarbraampjes

Zelfstandig naamwoord

hazelaarbraam

  1. (bloemplanten) Rubus sect. corylifolii   een soortengroep van gelijkvormige struiken, die behoren tot de rozenfamilie (Rosaceae  ). De groep (sectie)   omvat in Nederland 42 soorten bramen
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie