Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·ven·sle·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord havensleper havenslepers
verkleinwoord havenslepertje havenslepertjes

Zelfstandig naamwoord

de havensleperm

  1. (scheepvaart) sleepboot die werkzaam is in een haven; bedrijf met in een haven werkzame sleepboten
     Baggeraar Boskalis kan definitief het bergingsbedrijf en de havensleper Smit Internationale overnemen. Bijna alle aandeelhouders van Smit hebben daarvoor het licht op groen gezet. Gisteren liep de termijn af waarin zeker 75 procent van de Smit-aandelen aangeboden moesten worden.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Boskalis kan berger Smit overnemen” (Zaterdag 27 maart 2010, 16:10), NOS